Rotterdam is naar eigen zeggen nog altijd de meest betaalbare grote stad om in te wonen. Er is meer balans tussen woningen voor lage, midden- en hoge inkomens en ook komen er in de stad steeds meer woningen voor jonge gezinnen en starters. Dat staat in de donderdag gepresenteerde tussentijdse Gebiedsatlas, voor meer evenwicht in de woningvoorraad.
Sinds de vorige rapportage in 2018 zijn de prijzen gestegen, maar Rotterdam is nog steeds de best betaalbare woonstad als het gaat om grote steden. Volgens het Kadaster bedroeg de gemiddelde woningprijs eind 2019 in Rotterdam 286.000 euro, waar er landelijk 313.000 euro moet worden neergeteld. De gemiddelde prijzen in Amsterdam, Utrecht en Den Haag liggen boven het landelijk niveau.
Omdat de woningvoorraad in Rotterdam niet overeenkwam met de samenstelling van de Rotterdamse bevolking, heeft het college het doel om in 2030 in vrijwel alle wijken een betere balans tussen woningen in het goedkope, midden- en hoge segment te hebben. Zo moet in 2030 57 procent van de totale woningvoorraad sociaal zijn. Dat kan onder meer worden bereikt door een betere doorstroming in de sociale sector, huurcompensatie en verhuispremies. Ook het aantal woningen in het middensegment moet omhoog, dat krijgt prioriteit in nog te starten bouwprojecten.
Volgens wethouder Bas Kurvers (bouwen en wonen) is Rotterdam op de goede weg, maar moet het bouwtempo omhoog. "We proberen de bouw te versnellen met bijvoorbeeld vereenvoudigde procedures zodat ontwikkelaars hun plannen sneller kunnen uitrollen", aldus Kurvers. In juni sloot de gemeente een actieplan met marktpartijen en woningcorporaties waarin staat dat er in 2040 minimaal 50.000 woningen moeten zijn bijgebouwd in de stad.